1. Defect stroomrelais: Het vermogensrelais levert spanning aan de brandstofpomp. Controleer het relais en zorg ervoor dat het goed functioneert. Als het defect is, vervang dan het relais.
2. Bedrading brandstofpompcircuit: Inspecteer de bedrading die naar de brandstofpomp leidt. Zoek naar beschadigde, gerafelde of losse verbindingen. Als u problemen constateert, repareer of vervang dan de betreffende draden.
3. Massa brandstofpomp: Zorg ervoor dat de brandstofpomp een goede massaverbinding heeft. Controleer de aardedraad en zorg ervoor dat deze stevig is bevestigd op een schoon, blank metalen oppervlak.
4. Traagheidsschakelaar brandstofpomp: Sommige voertuigen zijn uitgerust met een traagheidsschakelaar voor de brandstofpomp, die bij een ongeval de stroom naar de brandstofpomp kan uitschakelen. Zoek de schakelaar en zorg ervoor dat deze niet is geactiveerd.
5. Problemen met het elektrische systeem: Als de bovenstaande items kloppen, kan er een onderliggend probleem zijn met het elektrische systeem van het voertuig dat de lage spanning veroorzaakt. Laat een gekwalificeerde monteur het probleem diagnosticeren en repareren.
Denk eraan de juiste veiligheidsmaatregelen te volgen wanneer u aan het brandstofsysteem werkt en raadpleeg de onderhoudshandleiding van uw voertuig voor specifieke instructies en procedures.