- Defecte bedrading: Beschadigde of kortgesloten bedrading kan een overmatige stroomsterkte veroorzaken, wat kan leiden tot oververhitting en uiteindelijk doorbranden van de bobine. Controleer de kabelboom op tekenen van schade of slijtage en vervang defecte draden.
- Slechte ontstekingsmodule: Een defecte ontstekingsmodule kan onjuiste signalen aan de bobine geven, waardoor deze oververhit raakt en doorbrandt. Test de ontstekingsmodule om er zeker van te zijn dat deze goed functioneert en vervang deze indien nodig.
- Overmatige weerstand: Versleten bougiekabels of een vervuilde bougie kunnen overmatige weerstand in het ontstekingscircuit veroorzaken, wat leidt tot een verhoogde stroomsterkte en oververhitting van de bobine. Controleer de bougiekabels en bougies en vervang ze als ze beschadigd of versleten zijn.
- Interne kortsluiting: Een kortsluiting in de bobine zelf kan ervoor zorgen dat deze oververhit raakt en doorbrandt. Als de bobine is blootgesteld aan overmatige hitte of spanning, kan er sprake zijn van een interne kortsluiting. Vervang de bobine als dit het geval is.
- Overmatige spanning: Een spanningsregelaar die niet goed werkt, kan een te hoge spanning aan de bobine leveren, waardoor deze oververhit kan raken en kan doorbranden. Controleer de spanningsregelaar en vervang deze als deze defect is.