Opmerking: Zorg ervoor dat de auto veilig en in een goed verlichte ruimte geparkeerd staat voordat u met de reparatie begint. Krik de auto op en zet hem vast met kriksteunen.
1. Verwijder de wielmoeren. Gebruik een wielmoersleutel om de wielmoeren op de voorwielen los te draaien. Verwijder de wielmoeren niet volledig.
2. Verwijder de wielen. Gebruik een autokrik om de voorkant van de auto van de grond te tillen. Verwijder de wielmoeren en verwijder de wielen.
3. Verwijder de remklauw. Draai de twee bouten los die de remklauw op zijn plaats houden. Wrik de remklauw voorzichtig van de rotor als deze vastzit.
4. Verwijder de rotor. Schuif de rotor van de naaf. Als het vastzit, moet u er mogelijk met een hamer op tikken om het los te maken.
5. Installeer de nieuwe rotor. Schuif de nieuwe rotor op de naaf. Zorg ervoor dat deze correct op zijn plaats zit en vlak tegen de naaf ligt.
6. Installeer de remklauw opnieuw. Schroef de remklauw terug op zijn plaats. Draai de bouten vast met het door de fabrikant opgegeven aanhaalmoment.
7. Plaats de wielen terug. Plaats de wielen terug en draai de wielmoeren losjes vast. Laat de auto zakken tot de voorwielen op de grond staan. Draai de wielmoeren volledig vast.