Auto >> Automobiel >  >> Motor

Hoe meet je de schroefasval van een zeeschip?

Het meten van de schroefasval op een zeeschip wordt gedaan door de hoeveelheid offset, of verticaal verschil, te berekenen tussen de koppeling op de hoofdmotor en de koppeling op de versnellingsbak of schroefas. Er zijn twee primaire methoden die worden gebruikt om de daling van de schroefas te meten:

Optische asuitlijning:bij deze methode wordt gebruik gemaakt van optische precisiegereedschappen, zoals een transit- of laseruitlijningssysteem, om een ​​rechte referentielijn tot stand te brengen vanaf het midden van de hoofdmotorkoppeling naar het midden van de versnellingsbak of de cardanaskoppeling. Het hoogteverschil tussen deze punten vertegenwoordigt de val van de schacht.

Lineaire meting:Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van een fysiek meetinstrument, zoals een waterpas en een staf, om de verticale afstand te meten vanaf een referentiepunt op de hoofdmotorkoppeling tot een referentiepunt op de versnellingsbak of de cardanaskoppeling. Het verschil tussen de twee metingen bepaalt de schachtval.

Om nauwkeurigheid te garanderen, moet de meting worden uitgevoerd met het vaartuig in een stabiele, rechtopstaande positie, zonder dat externe krachten de uitlijning van het voortstuwingssysteem beïnvloeden. Bovendien is het essentieel om de specifieke procedures van de scheepsfabrikant of de toepasselijke brancherichtlijnen te volgen.

Een juiste uitlijning van de schroefas is van cruciaal belang voor de efficiënte en veilige werking van een zeeschip, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de propeller binnen de optimale ontwerpparameters werkt en de belasting van het voortstuwingssysteem wordt verminderd.