* Een bougiesleutel
* Een platte schroevendraaier
* Een voelermaat
* Een 9/16-inch sleutel
1. Zet de motor uit en laat hem afkoelen.
2. Verwijder de bougies.
3. Verwijder het kleppendeksel.
4. Zoek de inlaat- en uitlaatkleppen op elke cilinderkop. De inlaatklep bevindt zich aan de kant van de cilinderkop die zich het dichtst bij de carburateur of het gasklephuis bevindt, terwijl de uitlaatklep zich aan de andere kant bevindt.
5. Steek de voelermaat tussen de klepsteel en de tuimelaar. De voelermaat moet precies tussen de twee oppervlakken passen, maar er mag geen weerstand zijn.
6. Als de klepspeling niet correct is, gebruik dan de 9/16-inch sleutel om de stelmoer te draaien totdat de voelermaat correct past.
7. Herhaal stap 5 en 6 voor de uitlaatklep.
8. Herhaal stap 3 t/m 7 voor de andere cilinderkop.
9. Vervang het kleppendeksel en de bougies.
10. Start de motor en controleer op ongebruikelijke geluiden. Als u ongebruikelijke geluiden hoort, moet u de klepspeling opnieuw afstellen.
