Brandstofpomp:
- Bevindt zich in de brandstoftank of vlakbij.
- Verantwoordelijk voor het onttrekken van brandstof uit de tank en het onder druk aanvoeren naar de motor.
- Werkt continu wanneer de motor draait om een constante brandstofstroom te behouden.
Brandstoffilter:
- Geplaatst langs de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de brandstofinjector.
- Houdt vuil, puin en andere verontreinigingen uit de brandstof vast om te voorkomen dat deze in het brandstofsysteem van de motor terechtkomen.
- Heeft periodieke vervanging nodig volgens het onderhoudsschema van het voertuig.