1. Vloeibare drijfgassen:
A. Vloeibare zuurstof (LOX) en vloeibare waterstof (LH2):Deze combinatie wordt veel gebruikt in raketten vanwege de hoge specifieke impuls (een maatstaf voor brandstofefficiëntie). LOX zorgt voor de oxidator, terwijl LH2 als brandstof dient. Het wordt vaak gebruikt in de bovenste trappen van raketten, zoals de tweede trap van de Saturn V-raket.
B. Vloeibare zuurstof (LOX) en kerosine (RP-1):Deze brandstofcombinatie wordt gebruikt in veel lanceervoertuigen, waaronder de eerste trap van de Falcon 9-raket. RP-1 is een verfijnde vorm van kerosine die speciaal is ontworpen voor gebruik in raketten.
2. Vaste drijfgassen:
Vaste raketmotoren gebruiken een mengsel van brandstof en oxidatiemiddel dat tot een vaste korrel wordt gegoten of gegoten. Het meest voorkomende vaste drijfgas is een composiet van een oxidatiemiddel (zoals ammoniumperchloraat) en een brandstof (zoals aluminium, koolstof of polymeren). Vaste drijfgassen staan bekend om hun betrouwbaarheid, eenvoud en het vermogen om hoge stuwkracht te leveren. Ze worden vaak gebruikt in boosters en beginfasen van raketten.
3. Hypergolische drijfgassen:
Hypergolische drijfgassen ontbranden spontaan bij contact met elkaar, zonder dat er een externe ontstekingsbron nodig is. Ze worden doorgaans gebruikt in ruimtevaartuigen die stuwraketten en reactiecontrolesystemen manoeuvreren. Veel voorkomende hypergolische drijfgassen zijn onder meer:
A. Monomethylhydrazine (MMH) en stikstoftetroxide (NTO):Deze combinatie wordt veel gebruikt bij de voortstuwing van ruimtevaartuigen. MMH is de brandstof, terwijl NTO als oxidatiemiddel fungeert.
B. Asymmetrische dimethylhydrazine (UDMH) en stikstoftetroxide (NTO):Net als MMH en NTO wordt deze combinatie ook gebruikt in raketvoortstuwingssystemen.
Het is vermeldenswaard dat de selectie van raketbrandstof afhangt van factoren zoals de specifieke missievereisten, gewenste prestaties, veiligheidsoverwegingen en kosteneffectiviteit.