1. Draai de contactsleutel naar de stand "Aan", maar start de motor niet.
2. Houd de knop "Trip" op het instrumentenpaneel ingedrukt.
3. Terwijl u de "Trip"-knop ingedrukt houdt, draait u de contactsleutel naar de "Uit"-positie en vervolgens terug naar de "Aan"-positie.
4. Blijf de knop "Trip" ingedrukt houden totdat het controlelampje drie keer knippert.
5. Laat de knop "Reis" los.
6. Start de motor.
7. Het controlelampje zou nu gereset moeten zijn.