Uitlaatklep: Tijdens de arbeidsslag blijft de uitlaatklep gesloten totdat de zuiger de bovenkant van de cilinder bereikt. Terwijl de zuiger tijdens de arbeidsslag naar beneden beweegt, neemt de druk van het verbrande brandstofmengsel af en oefent de zuiger kracht uit op de krukas. Op het juiste moment gaat de uitlaatklep open, waardoor de hete uitlaatgassen uit de cilinder kunnen ontsnappen. Hierdoor wordt de tijdens de verbranding opgebouwde druk vrijgegeven en ontstaat er ruimte voor het verse lucht-brandstofmengsel om de cilinder binnen te komen tijdens de volgende inlaatslag.