1. Ga veilig naar de kant van de weg. Zet de motor af en laat deze enkele minuten afkoelen.
2. Controleer het koelvloeistofpeil. Als het koelvloeistofpeil laag is, vult u koelvloeistof bij in het reservoir.
3. Inspecteer de radiateur en slangen op lekkage. Als er lekkages zijn, laat deze dan zo snel mogelijk repareren.
4. Controleer de thermostaat. Als de thermostaat vastzit, kan de koelvloeistof niet goed circuleren, waardoor de motor oververhit raakt.
5. Laat de waterpomp inspecteren. Als de waterpomp niet goed werkt, kan deze de koelvloeistof niet goed laten circuleren, waardoor de motor oververhit raakt.
Als u na het uitvoeren van deze stappen nog steeds last heeft van oververhittingsproblemen, is het belangrijk om het voertuig te laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur.