1. Motor en koppeling: De motor genereert kracht en stuurt deze via de krukas naar de transmissie. Dankzij de koppeling, die zich tussen de motor en de transmissie bevindt, kan de bestuurder het motorvermogen van de transmissie in- of uitschakelen.
2. Verzending: De transmissie is een versnellingsbak die meerdere sets versnellingen met verschillende afmetingen bevat. Deze tandwielen zijn verbonden met verschillende assen binnen de transmissie. Wanneer de bestuurder schakelt, selecteert de transmissie de juiste overbrengingsverhouding door de overeenkomstige versnellingen in te schakelen.
3. Aandrijflijn: De aandrijflijn bestaat uit een reeks assen, kruiskoppelingen en differentiëlen. De aandrijfas verbindt de transmissie met het differentieel, dat zich in de achteras (bij de meeste voertuigen met achterwielaandrijving) of de vooras (bij de meeste voertuigen met voorwielaandrijving) bevindt. Door het differentieel kunnen de wielen met verschillende snelheden draaien, wat nodig is bij het draaien of rijden op oneffen terrein.
4. Assen en wielen: De assen zijn verbonden met het differentieel en strekken zich uit tot aan de wielen. De wielen zijn op de assen gemonteerd en draaien mee als de assen draaien. De overbrengingsverhouding tussen de transmissie en de eindaandrijving (de versnellingen in het differentieel) bepaalt het totale koppel en de snelheid van de wielen.
5. Synchroon mesh: Om de versnellingen soepel in en uit te schakelen, gebruiken veel moderne voertuigen een mechanisme dat synchrone mesh wordt genoemd. Dit systeem maakt gebruik van klauwkoppelingen of synchronisatieringen om de snelheden van de versnellingen uit te lijnen voordat ze worden ingeschakeld, waardoor het slijpen van de versnellingen wordt verminderd.
6. Versnellingspookkoppeling: De versnellingspook in de cabine van het voertuig is via een schakelverbinding met de transmissie verbonden. Dankzij deze koppeling kan de bestuurder verschillende versnellingen selecteren door de versnellingspook te bewegen.
Het is belangrijk op te merken dat de exacte configuratie van versnellingen en aandrijflijncomponenten kan variëren, afhankelijk van het ontwerp van het voertuig, of het nu achterwielaandrijving, voorwielaandrijving of vierwielaandrijving is, en het specifieke transmissietype dat wordt gebruikt.