* Stoom was de meest voorkomende brandstof die in vroege auto's werd gebruikt. Stoommachines waren destijds een gevestigde technologie en waren relatief eenvoudig aan te passen voor gebruik in auto's. Door stoom aangedreven auto's waren doorgaans zwaar en langzaam, maar ze hadden het voordeel dat ze lange afstanden konden afleggen zonder te hoeven tanken.
* Elektriciteit was een andere populaire brandstof die in vroege auto's werd gebruikt. Elektrische auto’s waren stil en gemakkelijk te bedienen, maar hadden een beperkte actieradius en waren duur om te bouwen.
* Benzine werd aanvankelijk niet veel gebruikt in vroege auto's omdat het als te gevaarlijk en moeilijk te hanteren werd beschouwd. Auto's op benzine werden echter geleidelijk populairder naarmate de technologie verbeterde en de benzineprijs daalde. Aan het begin van de 20e eeuw was benzine de dominante brandstof geworden die in auto's werd gebruikt.
Naast deze drie hoofdbrandstoffen waren er nog een aantal andere brandstoffen die in vroege auto's werden gebruikt, waaronder alcohol, kerosine en waterstof. Deze brandstoffen werden echter nooit zo algemeen toegepast als stoom, elektriciteit of benzine.
