Controleer het remvloeistofpeil :
• Open de motorkap van uw auto en zoek het remvloeistofreservoir. Het is meestal een doorzichtige plastic container met een zwarte dop.
• Controleer het vloeistofpeil. Deze moet zich tussen de markeringen "MIN" en "MAX" op het reservoir bevinden.
• Als het vloeistofpeil laag is, vul dan remvloeistof van het juiste type (DOT 3 of DOT 4) bij tot de vloeistof de "MAX"-markering bereikt.
Inspecteer de remleidingen:
• Controleer de remleidingen op eventuele lekkages of beschadigingen. Zoek naar scheuren, uitstulpingen of gebieden waar de lijnen tegen andere componenten wrijven.
• Als u lekkages of schade constateert, moet u de betreffende remleiding vervangen.
Controleer de remblokken:
• Verwijder de wielen van uw auto en inspecteer de remblokken. Er moet nog minimaal 1/4 inch materiaal op zitten.
• Als de remblokken versleten zijn, moet u ze vervangen.
Controleer de hoofdcilinder:
• De hoofdcilinder is het onderdeel dat de remvloeistof onder druk zet en naar de remklauwen stuurt.
• Als de hoofdremcilinder defect is, kan het rempedaal helemaal tot aan de grond komen.
• U kunt de hoofdcilinder controleren door te zoeken naar eventuele lekkages of beschadigingen. Als u problemen ondervindt, moet u de hoofdcilinder vervangen.
Als u het probleem niet zelf kunt identificeren en oplossen, is het belangrijk om uw auto naar een gekwalificeerde monteur te brengen voor diagnose en reparatie.