1. Inlaat:Via de inlaat wordt lucht de motor in gezogen.
2. Compressie:De lucht wordt in de compressor gecomprimeerd.
3. Verbranding:Brandstof wordt in de perslucht geïnjecteerd en ontstoken, waardoor deze snel verbrandt en uitzet.
4. Uitlaat:De hete, uitzettende gassen worden via het mondstuk uit de motor afgevoerd.
Deze vier processen worden continu herhaald om stuwkracht te produceren. De efficiëntie van een vliegtuigmotorcyclus wordt bepaald door de verhouding tussen de geleverde arbeid (stuwkracht) en de warmte-inbreng (brandstofverbruik).