Controleer de ESP-sensor (Electronic Stability Program):De ESP-sensor bevindt zich op de vooras van het voertuig. Het is verantwoordelijk voor het detecteren van de snelheid, de giersnelheid en de laterale versnelling van het voertuig. Als de sensor niet goed functioneert, kan dit ervoor zorgen dat het ESP-systeem niet goed functioneert. Controleer de sensor op tekenen van beschadiging of vuil en maak deze indien nodig schoon.
Controleer de ESP-regeleenheid:De ESP-regeleenheid bevindt zich in de kofferbak van het voertuig. Het is verantwoordelijk voor het ontvangen van signalen van de ESP-sensor en het besturen van het ESP-systeem. Als de regeleenheid niet goed functioneert, kan dit ertoe leiden dat het ESP-systeem niet goed functioneert. Controleer de besturingseenheid op tekenen van schade of waterschade en vervang deze indien nodig.
Controleer de wielsnelheidssensoren:De wielsnelheidssensoren bevinden zich op elk wiel. Ze zijn verantwoordelijk voor het detecteren van de snelheid van elk wiel. Als een of meer wielsnelheidssensoren niet goed werken, kan dit ervoor zorgen dat het ESP-systeem niet goed werkt. Controleer de wielsnelheidssensoren op beschadigingen of vuil en maak deze indien nodig schoon.
Controleer het remsysteem:Het ESP-systeem werkt samen met het remsysteem om de stabiliteit van het voertuig te controleren. Als het remsysteem niet goed functioneert, kan het ESP-systeem defect raken. Controleer het remsysteem op tekenen van slijtage of schade en repareer of vervang indien nodig defecte onderdelen.
Als u de ESP-storing niet zelf kunt verhelpen, moet u het voertuig voor diagnose en reparatie naar een gekwalificeerde monteur brengen.