- Een setje voelermaten
- Een verstelbare sleutel
- Een schroevendraaier
- Een bougiesleutel
1. Verwijder de bougie.
2. Verwijder het kleppendeksel.
3. Zoek de inlaat- en uitlaatkleppen. De inlaatklep bevindt zich aan de linkerkant van de cilinderkop en de uitlaatklep bevindt zich aan de rechterkant.
4. Gebruik een voelermaat om de opening tussen de klepsteel en de tuimelaar te meten. De opening moet tussen 0,15 en 0,20 mm (0,006 en 0,008 inch) liggen voor de inlaatklep en tussen 0,010 en 0,012 inch (0,25 en 0,30 mm) voor de uitlaatklep.
5. Als de opening te klein is, gebruik dan een verstelbare sleutel om de stelschroef op de tuimelaar te draaien totdat de opening correct is.
6. Als de opening te groot is, gebruik dan een schroevendraaier om de borgmoer op de stelschroef los te draaien en draai vervolgens de stelschroef totdat de opening correct is. Draai de borgmoer vast als de opening correct is.
7. Herhaal stappen 4-6 voor de andere klep.
8. Plaats het kleppendeksel en de bougie terug.