1. Zoek de nokkenkettingspanner. Het bevindt zich aan de rechterkant van de motor, net onder de cilinderkop. Het is een klein, cilindrisch voorwerp met een bout die door de bovenkant gaat.
2. Maak de spanbout los. Hiervoor heeft u een sleutel van 12 mm nodig.
3. Draai de stelschroef met de klok mee om de spanning te verhogen of tegen de klok in om de spanning te verlagen. Hiervoor heeft u een platte schroevendraaier nodig.
4. Zet de spanbout vast. Zorg ervoor dat u de bout niet te vast aandraait, omdat dit de spanner kan beschadigen.
5. Start de motor opnieuw en luister naar eventuele ongewone geluiden. Als u iets hoort, moet u mogelijk de spanning opnieuw aanpassen.
De spanning van de nokkenketting moet strak genoeg zijn om te voorkomen dat de ketting tegen de behuizing slaat, maar niet zo strak dat er overmatige druk op de ketting of de spanner ontstaat. Als u er niet zeker van bent dat u de spanning van de nokkenketting kunt afstellen, kunt u uw motorfiets het beste naar een gekwalificeerde monteur brengen.
