Deze foutcode geeft aan dat de transmissieoliedruk te laag is. Dit kan worden veroorzaakt door een aantal factoren, waaronder:
- Een laag oliepeil
- Een defecte oliepomp
- Een verstopt oliefilter
- Een beschadigde oliedruksensor
- Een lek in het hydraulisch systeem
Om deze foutcode op te lossen, moet u eerst het oliepeil en de staat ervan controleren. Als het oliepeil laag is, vult u olie bij tot het peil vol is. Als de olie vuil of verontreinigd is, moet deze worden vervangen.
Als het oliepeil en de conditie goed zijn, moet u vervolgens het oliefilter controleren. Een verstopt oliefilter kan de oliestroom beperken en ervoor zorgen dat de oliedruk daalt. Als het oliefilter vuil is, moet het worden vervangen.
Als het oliefilter schoon is, moet u vervolgens de oliepomp controleren. Een defecte oliepomp kan er niet in slagen voldoende oliedruk te genereren. Om de oliepomp te testen, moet u een manometer gebruiken om de oliedruk bij de uitlaat van de oliepomp te meten. Als de oliedruk laag is, moet de oliepomp worden vervangen.
Als de oliepomp goed werkt, moet u vervolgens de oliedruksensor controleren. Een defecte oliedruksensor kan een verkeerd signaal naar de motorregeleenheid (ECM) sturen, waardoor de ECM de F34-foutcode kan activeren. Om de oliedruksensor te testen, gebruikt u een multimeter om de spanning op de oliedruksensor te meten. Als de spanning niet klopt, moet de oliedruksensor worden vervangen.
Als de oliedruksensor goed werkt, moet u vervolgens het hydraulische systeem op lekkage controleren. Een lek in het hydraulisch systeem kan ervoor zorgen dat de oliedruk daalt. Om een lek te vinden, moet u de hydraulische slangen en aansluitingen inspecteren op scheuren of lekkages. Als u een lek ontdekt, moet dit worden gerepareerd.