* Een vacuümmeter
* Een stuk vacuümslang
* Een schroevendraaier
* Een tang
* Een blikje carburateurreiniger
* Een winkelvod
1. Begin met het identificeren van de bron van het vacuümlek. Dit kunt u doen door met een vacuümmeter het vacuüm op verschillende punten in de motorruimte te meten. Als het vacuüm op het ene punt laag en op het andere hoog is, is er waarschijnlijk een lek tussen deze twee punten.
2. Zodra u de oorzaak van het lek heeft geïdentificeerd, moet u deze repareren. Zit het lek in een vacuümslang, dan kun je eenvoudig de slang vervangen. Als het lek zich in een pakking bevindt, moet u de pakking vervangen.
3. Om een vacuümslang te vervangen, verwijdert u eenvoudigweg de oude slang uit de fitting en installeert u de nieuwe slang. Zorg ervoor dat de nieuwe slang dezelfde maat en vorm heeft als de oude slang.
4. Om een pakking te vervangen, moet u het lekke onderdeel verwijderen. Nadat het onderdeel is verwijderd, kunt u de oude pakking verwijderen en de nieuwe pakking installeren. Zorg ervoor dat de nieuwe pakking dezelfde maat en vorm heeft als de oude pakking.
5. Nadat u het vacuümlek heeft gerepareerd, moet u de motor testen om er zeker van te zijn dat het lek is gerepareerd. Dit kunt u doen door met een vacuümmeter het vacuüm op verschillende punten in de motorruimte te meten. Het vacuüm moet op alle punten consistent zijn.