2. Pas de deursluitplaat aan. De deurschietplaat is het deel van het deurkozijn waarmee de deurgrendel ingrijpt. Zorg ervoor dat de slagplaat goed uitgelijnd is en dat deze niet beschadigd of versleten is. Als de slagplaat beschadigd of versleten is, moet deze worden vervangen.
3. Smeer de deurgrendel en sluitplaat. Een droge deurgrendel en slotplaat kunnen ervoor zorgen dat de deur vast blijft zitten en het openen en sluiten bemoeilijkt. Smeer de grendel en de slotplaat met siliconenspray of een droog smeermiddel.
4. Controleer de deurrollen. De deurrollen zijn verantwoordelijk voor het openen en sluiten van de deur. Zorg ervoor dat de rollen schoon en vrij van vuil zijn. Als de rollen beschadigd of versleten zijn, moeten ze worden vervangen.
5. Pas de deurrail aan. De deurrail is het kanaal waar de deurrollen in lopen. Zorg ervoor dat de track schoon en vrij van vuil is. Als de baan beschadigd of verbogen is, moet deze worden vervangen.