2. Zoek de startmotor op uw Toyota RAV4. Het bevindt zich meestal aan de zijkant of onderkant van de motor, vlakbij de transmissie.
3. Koppel de minpool van de accu los. Dit is nodig om te voorkomen dat de motor start terwijl eraan wordt gewerkt.
4. Verwijder de startmotor uit het voertuig. Om de startmotor te verwijderen, vindt u twee bouten waarmee deze aan het motorblok wordt bevestigd. Verwijder deze bouten en verwijder de startmotor voorzichtig om geen transmissievloeistof te morsen.
5. Inspecteer de startmotor. Controleer de startmotor op schade, zoals versleten borstels, verbrande draden of een beschadigde solenoïde. Als u schade opmerkt, moet u de startmotor vervangen.
6. Reinig de startmotor. Als u vuil op de startmotor ziet, maak deze dan schoon met een staalborstel of perslucht. Zorg ervoor dat u geen van de componenten beschadigt.
7. Inspecteer de solenoïdeplunjer. Als de solenoïdeplunjer vastzit of beschadigd is, kan dit ervoor zorgen dat de starter blijft draaien. Controleer de solenoïdeplunjer en zorg ervoor dat deze vrij beweegt. Als het vastzit, kunt u het schoonmaken met een staalborstel of perslucht.
8. Test de startmotor. Zodra de solenoïdeplunjer vrij en schoon is, installeert u de startmotor opnieuw en sluit u de minpool van de accu aan. U kunt de startmotor testen door de magneetpool kort aan te raken met een sleutel of schroevendraaier. Als de starter aangrijpt, werkt deze correct.
9. Installeer de startmotor opnieuw als deze de test heeft doorstaan. Als de startmotor goed werkt, installeer deze dan opnieuw en sluit alle draden, aansluitingen en andere onderdelen die u hebt losgekoppeld opnieuw aan.
10. Sluit de batterij opnieuw aan. Sluit de negatieve pool opnieuw aan op de accu.
11. Test de starter opnieuw om er zeker van te zijn dat de motor normaal start en stopt.