1. Inspecteer de remblokken :
- Verwijder de wielen om de remblokken te inspecteren.
- Controleer op ongelijkmatige slijtage of schade aan de remblokken. Vervang ze indien nodig.
- Als de pads nog voldoende materiaal over hebben, ga dan verder met de volgende stap.
2. Controleer het vloeistofpeil :
- Open het remvloeistofreservoir en controleer het vloeistofpeil.
- Voeg indien nodig remvloeistof toe, maar vul niet te veel.
3. Inspecteer de remklauwen :
- Reinig de remklauwen om vuil en vet te verwijderen.
- Inspecteer de remklauwen visueel op tekenen van schade of lekkage.
- Vervang de remklauw indien nodig.
4. Controleer de remleidingen :
- Inspecteer de remleidingen op eventuele schade, knikken of verstoppingen.
- Vervang de remleidingen indien nodig.
5. Remcomponenten smeren :
- Breng een kleine hoeveelheid remklauwvet aan op de schuifpennen en andere bewegende delen van de remklauw.
- Dit helpt voorkomen dat de remklauw blijft plakken en zorgt voor een goede remwerking.
6. Ontlucht de remleidingen :
- Sluit een remvloeistofontluchtingsset aan op de ontluchtingsschroef op de remklauw.
- Trap het rempedaal meerdere keren in en open vervolgens de ontluchtingsschroef om lucht uit de remleidingen te laten ontsnappen.
- Ga door met dit proces totdat er schone, belvrije remvloeistof naar buiten komt.
7. Monteren en testen :
- Installeer de wielen opnieuw en test de remmen.
- Zorg ervoor dat de remblokken gelijkmatig contact maken met de rotors. Als dit niet het geval is, kunnen verdere aanpassingen of reparaties nodig zijn.
8. Routetest :
- Maak een proefrit met het voertuig en controleer of de remmen gelijkmatig en effectief werken.
Als de ongelijkmatige achterremmen aanhouden, is het raadzaam de hulp in te roepen van een gekwalificeerde monteur of technicus voor een professionele diagnose en reparatie. Zij zullen over de nodige hulpmiddelen en expertise beschikken om eventuele onderliggende problemen met het remsysteem te identificeren en op te lossen.