In de slappe modus kan de transmissie beperkt zijn tot de tweede of derde versnelling, of kan deze in "park" of "neutraal" worden vergrendeld. Het controlelampje gaat meestal branden en de transmissie kan een foutcode weergeven.
Er zijn een aantal dingen die ervoor kunnen zorgen dat een transmissie vastloopt in de slappe modus, waaronder:
- Laag transmissievloeistof :Dit is de meest voorkomende oorzaak van de slappe modus. Wanneer het transmissievloeistofpeil laag is, kunnen de transmissiecomponenten niet goed worden gesmeerd, waardoor ze oververhit kunnen raken en defect kunnen raken.
- Vuile transmissievloeistof :Vuile transmissievloeistof kan er ook voor zorgen dat de transmissie in de slappe modus blijft hangen. Vuil en puin kunnen de filters en doorgangen van de transmissie verstoppen, waardoor de vloeistofstroom kan worden beperkt en de transmissie oververhit kan raken.
- Defecte transmissiesolenoïdes :Transmissiemagneten zijn verantwoordelijk voor het regelen van de vloeistofstroom in de transmissie. Als een solenoïde defect raakt, kan dit ervoor zorgen dat de transmissie onregelmatig schakelt of vastloopt in de slappe modus.
- Defecte transmissiesensoren :Transmissiesensoren bewaken de snelheid, temperatuur en druk van de transmissie. Als een sensor defect raakt, kan deze valse informatie naar de transmissieregeleenheid (TCU) sturen, waardoor de transmissie in de slappe modus kan blijven hangen.
- Mechanische schade :Mechanische schade aan de transmissie, zoals een kapot tandwiel of as, kan er ook voor zorgen dat de transmissie vastloopt in de slappe modus.