Elke 9.000 tot 19.000 km:Dit is een goede vuistregel voor regelmatig onderhoud, vooral als u op ruige wegen rijdt of vaak in kuilen rijdt.
Na een aanzienlijke impact:Als u een grote schok ervaart of een grote kuil raakt, kunt u uw uitlijning het beste zo snel mogelijk laten controleren.
Ongelijkmatige bandenslijtage:Voortijdige of ongelijkmatige bandenslijtage kan duiden op een onjuiste uitlijning. Roteer uw banden regelmatig en let op eventuele onregelmatige slijtagepatronen.
Naar één kant trekken:Als u voelt dat uw auto tijdens het rijden naar links of rechts trekt, kan een verkeerde uitlijning de oorzaak zijn.
Trillingen bij hoge snelheden:Overmatige trillingen in het stuur, de stoel of de vloer kunnen duiden op problemen met de uitlijning of balans.
Na werkzaamheden aan de ophanging:Eventuele reparaties of vervangingen aan onderdelen van uw ophanging (zoals bedieningsarmen, trekstangen of kogelgewrichten) moeten worden gevolgd door een uitlijningscontrole.
Denk eraan:als u een van deze symptomen opmerkt of als u zich zorgen maakt over de uitlijning van uw wielen, wacht dan niet te lang met het laten controleren en indien nodig afstellen. Een juiste uitlijning draagt bij aan een beter rijgedrag, een langere levensduur van de banden, een lager brandstofverbruik en minder slijtage aan de ophangingscomponenten van uw voertuig.