1. Ga op een veilige plek naar de kant van de weg rijden. Dit is het belangrijkste wat u moet doen, omdat u hiermee kunt voorkomen dat u een ongeval veroorzaakt.
2. Zet uw alarmlichten aan. Dit zal helpen om andere bestuurders te waarschuwen dat u wordt aangehouden en mogelijk hulp nodig heeft.
3. Roep om hulp. Als u zich goed genoeg voelt om te rijden, moet u een sleepwagen of een vriend of familielid bellen om u te komen halen. Als u zich niet goed genoeg voelt om te autorijden, moet u een ambulance bellen.
4. Blijf in de auto totdat er hulp arriveert. Dit is de veiligste plek voor u, omdat het u tegen het verkeer beschermt.
5. Als u zich goed genoeg voelt om uit de auto te stappen, doe dat dan langzaam en voorzichtig. Let goed op het verkeer en andere gevaren.
6. Als u zich flauw voelt, ga dan op een veilige plaats op de grond liggen. Dit zal helpen voorkomen dat u valt en uzelf verwondt.
7. Als u zich slechter begint te voelen, bel dan onmiddellijk opnieuw voor hulp.