1. Vermijd interactie met telefoons en apparaten :Leg uw telefoon neer, schakel de GPS uit en vermijd sms'en, telefoneren of het gebruik van elektronische apparaten tijdens het rijden.
2. De audio van de telefoon uitschakelen :zet uw telefoon op stil of schakel meldingen voor sms-berichten en waarschuwingen op sociale media uit om de verleiding te minimaliseren om de telefoon te controleren.
3. Routes plannen en vooraf instellen :stel uw GPS- of navigatie-app in voordat u gaat rijden. Maak uzelf vertrouwd met de route die voor u ligt en voorkom dat u tijdens het rijden de route voortdurend moet aanpassen of controleren.
4. Audio-instellingen aanpassen :Stel uw radio of muziekspeler vooraf in op uw voorkeursinstellingen voordat u op reis gaat. Te veel aanpassingen of pogingen om de muziek te veranderen tijdens het rijden kunnen afleidend zijn.
5. Beveilig uw bezittingen :Houd noodzakelijke spullen binnen handbereik en berg andere spullen op in compartimenten om te voorkomen dat ze gaan rollen of vallen, wat uw aandacht zou kunnen vereisen.
6. Organiseer de auto :Houd het interieur netjes en georganiseerd. Voorwerpen verspreid over de auto kunnen afleidend zijn.
7. Vermijd eten en drinken :Beperk het eten en drinken tijdens het rijden om mogelijke lekkages en de noodzaak van onmiddellijke schoonmaak te voorkomen.
8. Blijf alert op externe omstandigheden :Let op het weer, de wegomstandigheden en andere bestuurders.
9. Houd vensters vrij :Zorg ervoor dat uw ramen zowel binnen als buiten schoon en helder zijn. Mist, vuil of sneeuw kunnen uw zicht belemmeren.
10. Neem pauzes :Als u zich vermoeid of slaperig voelt of zich niet kunt concentreren, ga dan naar een veilige plek, neem een pauze en maak uw hoofd leeg voordat u verdergaat.
11. Gebruik cruisecontrol :Als uw auto cruise control heeft, gebruik deze dan op lange stukken snelweg om de cognitieve inspanning van het voortdurend aanpassen van de snelheid te verminderen.
12. Gebruik spraakopdrachten :Als uw auto over spraakbediening beschikt, kunt u deze gebruiken om te bellen of de muziek te bedienen zonder uw ogen van de weg te halen.
13. Vraag passagiers om in te stappen :Als u met passagiers rijdt, delegeer dan taken zoals het lezen van routebeschrijvingen, het afstellen van de radio of het hanteren van voorwerpen als deze gemakkelijk binnen handbereik zijn.
14. Parkeer en ga om met afleidingen :Als u iets moet doen dat gerichte aandacht vereist, zoals een telefoongesprek of een kaartaanpassing, ga dan naar een veilige plek en behandel het voordat u verder rijdt.
15. Regelmatige voertuigcontroles :Zorg ervoor dat uw voertuig in goede staat verkeert, met werkende koplampen, richtingaanwijzers, ruitenwissers en heldere spiegels.
16. Oefenfocus :Train jezelf om gefocust te blijven op de weg, zelfs als er verleidelijke afleidingen zijn.
Vergeet niet dat het voornaamste doel van autorijden het waarborgen van de veiligheid van uzelf en anderen op de weg is. Door afleidingen tot een minimum te beperken en u te concentreren op het rijden, kunt u het risico op ongevallen aanzienlijk verminderen.