1. Je fiets voorbereiden:
-Parkeer uw motorfiets op een vlakke ondergrond en zorg ervoor dat deze in de neutraalstand staat.
-Zet de motor af en verwijder de sleutel.
-Als uw fiets een middenbok heeft, schakel deze dan in.
- Trek uw veiligheidsuitrusting aan, inclusief een helm, handschoenen, oogbescherming en stevig schoeisel.
2. Plaats de paddockstand onder de fiets:
Plaats de voorpaddockstand onder de motorfiets en zorg ervoor dat de cups van de standaard goed onder de voorvork van de motorfiets zitten.
-Zorg ervoor dat de standaard stabiel is en niet omvalt.
3. Verhoog de fiets:
Gebruik het voetpedaal of de handslinger om de voorkant van de fiets omhoog te brengen totdat deze van de grond is.
- Zorg ervoor dat u de fiets niet te hoog optilt, omdat dit de vering van de fiets kan beschadigen.
4. Beveilig de fiets:
Zodra de fiets op de gewenste hoogte is gebracht, vergrendelt u de paddockstand op zijn plaats.
-Controleer of de standaard stevig vastzit en niet inklapt voordat u de motorfiets loslaat.
5. Voer onderhoud of reparaties uit:
Omdat de fiets veilig wordt ondersteund door de paddockstand, kunt u nu onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de fiets uitvoeren zonder dat u bang hoeft te zijn dat deze omvalt.
6. Laat de fiets zakken:
Wanneer u klaar bent met het werken aan de fiets, maakt u de vergrendeling van de paddockstand los en laat u de fiets langzaam weer op de grond zakken.
-Pas op dat u de fiets niet laat vallen.
7. De paddockstand opbergen:
- Berg de paddockstand na gebruik op een veilige plaats op, uit de weg.