1. Kies een vast punt op de weg, zoals een wegwijzer of een boom.
2. Zodra de achterbumper van het voorligger uw vaste punt passeert, begint u de seconden te tellen (stil of hardop).
3. Als u drie seconden bereikt voordat uw auto hetzelfde vaste punt bereikt, behoudt u een veilige volgafstand.
4. Als u minder dan drie seconden bereikt, moet u uw volgafstand vergroten door te vertragen.
Vergeet niet dat de drie-secondenregel een minimale volgafstand is. Bij slechte weersomstandigheden of druk verkeer moet u deze voor meer veiligheid mogelijk verhogen naar vier of zelfs vijf seconden.