Maglev-treinen gebruiken magnetische levitatie om de trein boven het spoor te verheffen. Dit betekent dat de trein geen contact heeft met het spoor en dus met zeer hoge snelheden kan rijden. Dit betekent echter ook dat de wagons van de trein heel stevig bij elkaar moeten worden gehouden, anders kunnen ze uit elkaar vallen en ontsporen.
Er zijn twee manieren om de wagons van een magneettrein met elkaar te verbinden:
* Mechanische verbinding: Dit is de meest gebruikelijke manier om magneettreinwagons aan te sluiten. De auto's zijn fysiek met elkaar verbonden met bouten, schroeven en andere bevestigingsmiddelen.
* Magnetische verbinding: Dit is een nieuwere technologie die op sommige magneettreinen wordt gebruikt. De auto's zijn met magneten met elkaar verbonden. Dit type verbinding is erg sterk en kan slijtage aan de trein helpen verminderen.
Naast dat ze met elkaar verbonden moeten zijn, moeten de wagons van een magneettrein ook met het spoor verbonden zijn. Dit gebeurt met een reeks elektrische geleiders die langs de baan lopen. Deze conducteurs voorzien de trein van stroom, maar helpen ook om de trein op het goede spoor te houden.
Door de wagons van een magneettrein met elkaar en met het spoor te verbinden, is het mogelijk een zeer veilig en efficiënt transportsysteem te creëren.