Waarom loopt de auto nog steeds nadat het contact is uitgeschakeld?

De motor van een auto blijft doorgaans nog een paar seconden draaien nadat het contact is uitgeschakeld vanwege een fenomeen dat 'ontstekingsinertie' wordt genoemd. Dit gebeurt omdat het vliegwiel van de motor, een zware roterende schijf die is verbonden met de krukas, zijn momentum behoudt, zelfs nadat het contact is uitgeschakeld. De traagheid van het vliegwiel zorgt ervoor dat de krukas blijft draaien, wat op zijn beurt de zuigerbeweging voortzet die nodig is om de motor te laten draaien.

Naarmate het vliegwiel langzamer gaat draaien, neemt de spanning die aan de bobine wordt geleverd af, waardoor de bougies geen vonken meer produceren. Dit leidt er uiteindelijk toe dat de motor afslaat en volledig stopt. De tijd dat de motor draait nadat het contact is uitgeschakeld, is afhankelijk van het ontwerp van het voertuig en de traagheid van het vliegwiel. Meestal duurt dit maar een paar seconden, maar in sommige gevallen kan het langer duren.

Hier volgt een gedetailleerde uitleg van wat er gebeurt als u het contact uitzet:

1. Contactschakelaar gaat uit: Wanneer de contactsleutel wordt uitgeschakeld, wordt de stroomtoevoer naar het ontstekingssysteem, inclusief de bobine, afgesloten.

2. Vliegwiel blijft draaien: Het vliegwiel blijft vanwege zijn traagheid draaien, zelfs nadat het contact is uitgeschakeld.

3. De motor blijft draaien: Het draaiende vliegwiel houdt de krukas en zuigers in beweging, waardoor de motor zijn vermogenscyclus kan voortzetten.

4. De brandstofstroom stopt: Omdat het contact echter is uitgeschakeld, stopt de brandstofinjector met het toevoeren van brandstof aan de cilinders.

5. Bougies stoppen met vuren: Zonder brandstof en vonk kan het verbrandingsproces van de motor niet meer plaatsvinden.

6. De motor vertraagt ​​en slaat af: Naarmate het vliegwiel langzamer gaat draaien, verliezen de krukas- en zuigerbewegingen momentum, waardoor het motortoerental afneemt. Uiteindelijk raakt de resterende energie in het vliegwiel uitgeput en komt de motor tot stilstand.

Het is vermeldenswaard dat sommige moderne voertuigen een ander systeem gebruiken, genaamd 'elektronische brandstofinjectie', waarbij de brandstoftoevoer elektronisch wordt geregeld. Bij deze voertuigen stopt het uitschakelen van het contact ook onmiddellijk de brandstofinjectie, wat leidt tot een snellere motorafslag.