- Een kleine, lichtgewicht auto (zoals een speelgoedauto of een luciferdoosje)
- Een motor (zoals een kleine elektromotor of een elastiekje)
- Een batterij (zoals een AA-batterij of een batterij van 9 volt)
- Een schakelaar (zoals een tuimelschakelaar of een drukknop)
- Sommige wielen (zoals plastic wielen of houten wielen)
- Een as (zoals een metalen staaf of een houten plug)
- Wat lijm
- Wat tape
- Een ei
Instructies:
1. Bevestig de motor aan de auto. Als u een elektromotor gebruikt, moet u de draden van de motor naar de accu solderen. Als u een rubberen band gebruikt, moet u de rubberen band aan de motor en de as bevestigen.
2. Bevestig de accu aan de auto. Als u een AA-batterij gebruikt, moet u deze in het batterijcompartiment van de auto plaatsen. Als u een batterij van 9 volt gebruikt, moet u deze met wat tape aan de auto bevestigen.
3. Bevestig de schakelaar aan de auto. Als u een tuimelschakelaar gebruikt, moet u een gat in de auto boren en de schakelaar erin steken. Als u een drukknop gebruikt, moet u de drukknop op de auto lijmen.
4. Bevestig de wielen aan de auto. Als u kunststof wielen gebruikt, moet u deze op de as duwen. Als u houten wielen gebruikt, moet u deze op de as lijmen.
5. Test de auto. Zet de schakelaar aan en kijk of de auto beweegt. Als de auto niet beweegt, controleer dan de verbindingen tussen de motor, de accu en de schakelaar.
6. Plaats het ei op de auto. Zorg ervoor dat het ei stevig vastzit en er niet vanaf valt.
7. Zet de schakelaar aan en laat de auto gaan. De auto moet minstens drie meter afleggen voordat hij stopt.
Gefeliciteerd! Je hebt een zelfrijdende auto gemaakt die een ei van minimaal drie meter kan vervoeren.