1. Controleer de zekeringen: Zoek de zekeringenkast in uw voertuig en controleer de zekeringen die bij de elektrische ventilator horen. Als een van de zekeringen is doorgebrand, vervang deze dan en controleer of de ventilator begint te werken.
2. Test de ventilatormotor: Ontkoppel de elektrische connector van de ventilatormotor en zet 12 volt rechtstreeks op de motorklemmen. Als de motor niet draait, is deze waarschijnlijk defect en moet deze worden vervangen.
3. Controleer het ventilatorrelais: Het ventilatorrelais regelt de voeding naar de ventilatormotor. Zoek het ventilatorrelais en controleer of het stroom krijgt. Als het relais geen stroom krijgt, is het mogelijk defect en moet het worden vervangen.
4. Inspecteer de bedrading: Controleer de bedrading die de ventilatormotor, het ventilatorrelais en de zekeringkast verbindt. Zorg ervoor dat er geen losse verbindingen, beschadigde draden of corrosie zijn. Repareer of vervang defecte bedrading indien nodig.
5. Scannen op foutcodes: Gebruik een OBD-II-scanner om de computer van uw voertuig te scannen op foutcodes die verband houden met de elektrische ventilator. Als er foutcodes aanwezig zijn, zoek dan de beschrijving ervan op en los het probleem dienovereenkomstig op.
6. Controleer de temperatuursensor: De temperatuursensor speelt een rol bij het regelen van de werking van de ventilator. Zorg ervoor dat de sensor correct is aangesloten en niet beschadigd is. Als de sensor defect is, kan deze onjuiste temperatuurmetingen verzenden, waardoor de ventilator defect raakt.
7. Controleer het koelvloeistofpeil: Een laag koelvloeistofniveau kan ervoor zorgen dat de elektrische ventilator constant of helemaal niet draait. Zorg ervoor dat het koelvloeistofpeil op het juiste peil staat en vul indien nodig bij.
Als u het probleem niet zelf kunt diagnosticeren, is het raadzaam uw voertuig naar een gekwalificeerde monteur te brengen voor verdere diagnose en reparatie.