1. Slechte starter:
- De startmotor is verantwoordelijk voor het starten van de motor. Als deze defect is of een slechte verbinding heeft, schakelt hij het vliegwiel niet in, waardoor hij niet start.
2. Defecte contactschakelaar:
- De contactschakelaar levert stroom aan de startersolenoïde. Als deze defect is, kan het elektrische circuit naar de starter kapot zijn, waardoor de motor niet kan starten.
3. Probleem met neutrale veiligheidsschakelaar:
- Bij voertuigen met automatische transmissie is er een neutraalveiligheidsschakelaar die verhindert dat de motor start, tenzij de keuzehendel in "Park" of "Neutraal" staat. Als deze schakelaar faalt, zal de starter niet inschakelen.
4. Bedradingsproblemen:
- Controleer op losse, beschadigde of gecorrodeerde bedradingsverbindingen tussen de accu, de starter, het contactslot en de startersolenoïde. Slechte verbindingen kunnen de elektrische stroom verstoren die nodig is om te starten.
5. Aardingsband accu:
- Zorg ervoor dat de aardingsband van de accu stevig is aangesloten op het motorblok. Een slechte massaverbinding kan ervoor zorgen dat de starter niet voldoende stroom krijgt.
6. Beveiligingssysteem:
- Als uw auto een antidiefstal- of startonderbrekersysteem heeft, kan dit het starten van de motor verhinderen. Probeer het beveiligingssysteem uit te schakelen of opnieuw in te stellen.
7. Mechanisch probleem met motor:
- In zeldzame gevallen kan een plotseling mechanisch probleem, zoals een vastgelopen motor of een kapotte distributiecomponent, ervoor zorgen dat de motor abrupt stopt zonder enig startgeluid.
Als geen van deze eenvoudige controles het probleem aan het licht brengt, kunt u het beste de hulp inroepen van een gekwalificeerde monteur die het exacte probleem kan diagnosticeren en de nodige reparaties kan uitvoeren.