Hier volgt een meer gedetailleerde uitleg van de opwarm- en afkoelprocessen:
1. Opwarmen bij stationair draaien :
- Tijdens stationair draaien genereert de motor warmte uit het verbrandingsproces, maar er stroomt minimaal lucht door de radiator.
- Door de verminderde luchtstroom kan de warmte zich ophopen in de motorruimte en rond de motor zelf.
- Zonder voldoende koeling begint de motortemperatuur te stijgen.
2. Afkoelen terwijl je beweegt :
- Wanneer het voertuig in beweging komt, stroomt de lucht door de voorkant van het voertuig en stroomt effectiever over de radiateur.
- Deze verhoogde luchtcirculatie helpt de opgehoopte warmte van de motor en zijn componenten af te voeren.
- De radiateur functioneert optimaal om de warmte van de koelvloeistof van de motor over te dragen aan de lucht, waardoor de motor op een constante bedrijfstemperatuur blijft.
Samenvattend is het verschil in luchtstroom tussen stationair en rijden de belangrijkste factor die de motortemperatuur beïnvloedt. Stationair draaien beperkt de luchtstroom en leidt tot warmteopbouw, terwijl rijden zorgt voor voldoende luchtstroom en effectieve warmteafvoer, wat resulteert in een koelere motor.