2. Controleer of er brandstof is. Als de motor niet start, controleer dan de brandstofmeter om er zeker van te zijn dat de tank niet leeg is. Als de brandstofmeter laag staat, probeer dan wat brandstof aan de tank toe te voegen.
3. Controleer of er een vonk is. Als er brandstof in de tank zit, maar de motor nog steeds niet wil starten, controleer dan of er een vonk is. Verwijder hiervoor een bougiekabel van een van de bougies. Houd de draad dicht bij de bougie, maar raak deze niet aan. Laat iemand de motor starten. Als er een vonk is, ziet u een vonk overspringen van de draad naar de bougie.
4. Controleer het luchtfilter. Als er een vonk is, controleer dan het luchtfilter. Een verstopt luchtfilter kan de luchtstroom in de motor belemmeren, waardoor het moeilijk wordt om te starten.
5. Controleer het brandstoffilter. Als het luchtfilter schoon is, controleer dan het brandstoffilter. Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom naar de motor beperken, waardoor het moeilijk wordt om te starten.
6. Controleer de batterij. Als het brandstoffilter schoon is, controleer dan de accu. Een zwakke of lege accu kan ervoor zorgen dat de motor moeilijk start.
7. Bel voor hulp bij pech onderweg. Als u al deze dingen heeft geprobeerd en de motor wil nog steeds niet starten, bel dan de pechhulp. Een professionele monteur kan het probleem diagnosticeren en uw auto weer aan de praat krijgen.