* Onvoldoende transmissievloeistof kan ervoor zorgen dat het waarschuwingslampje gaat branden, zelfs als er niets mis is met de transmissiepomp of andere onderdelen.
* Het eerste dat u moet controleren als u het transmissiewaarschuwingslampje ziet, is het vloeistofpeil.
* Als het vloeistofniveau laag is, zorg er dan voor dat u de tank tot het juiste niveau vult en rijd rond om te zien of het lampje uitgaat.
Versleten transmissiefilter
* Naast het controleren van het vloeistofpeil, dient u ook het transmissiefilter te controleren op eventuele verstoppingen.
* Als het filter verstopt is, kan dit de doorstroming van de transmissievloeistof beperken, waardoor het waarschuwingslampje gaat branden.
* Als u onlangs uw olie heeft ververst, is het mogelijk dat het filter niet is vervangen.
Defecte transmissiesolenoïde
* Transmissiemagneten zijn verantwoordelijk voor het regelen van de vloeistofstroom in de transmissie.
* Als een transmissiesolenoïde begint vast te lopen of defect raakt, kan deze de vloeistofstroom niet goed regelen en kan de transmissie niet goed schakelen.
*Dit kan ook de oorzaak zijn dat het waarschuwingslampje op het dashboard gaat branden.
Defecte transmissiesensoren
* Er zijn meerdere transmissiesensoren die belangrijke gegevens doorgeven aan de transmissiecomputer.
* Als een van de sensoren uitvalt, beschikt de computer niet over de benodigde informatie en kan de transmissie niet correct werken.
* Een knipperend of knipperend transmissiewaarschuwingslampje betekent vaak dat er een probleem is met de transmissiesnelheidssensoren, die informatie over de snelheid van de roterende componenten in de transmissie doorgeven aan de transmissieregelmodule.
Interne verzendingsfout
* Als het transmissiewaarschuwingslampje gepaard gaat met andere symptomen, zoals knarsende geluiden, slippende versnellingen of een brandlucht, is het mogelijk dat de transmissie een interne storing ervaart.
*Dit kan verschillende redenen hebben, zoals slijtage, gebrek aan onderhoud of een defect in de transmissie zelf.