- Lage stuurbekrachtigingsvloeistof: Controleer het stuurbekrachtigingsvloeistofreservoir en vul indien nodig bij.
- Defecte stuurbekrachtigingspomp: Als de stuurbekrachtigingspomp defect is, kan deze mogelijk niet voldoende druk genereren om het voertuig te helpen sturen. Let op tekenen zoals lekkende vloeistof, ongebruikelijk geluid of gebrek aan reactievermogen bij het sturen.
- Defecte stuurbekrachtigingsdrukschakelaar: Deze schakelaar bewaakt de druk van het stuurbekrachtigingssysteem en stuurt een signaal naar de stuurbekrachtigingspomp om de opbrengst ervan aan te passen. Een defecte schakelaar kan leiden tot periodieke problemen met de stuurbekrachtiging.
- Beschadigd stuurbekrachtigingsrek of leidingen: Als het stuurbekrachtigingshuis of de leidingen beschadigd zijn, kan er vloeistof uit het systeem lekken, waardoor de stuurbekrachtiging verloren gaat. Controleer op tekenen van lekkage of schade.
- Elektrische problemen: Defecte bedrading of een probleem met de stuurbekrachtigingsmodule kan ook de werking van de stuurbekrachtiging verstoren, waardoor deze in en uit gaat.
Aanbevolen actie:
- Stel de specifieke oorzaak vast door het peil van de stuurbekrachtigingsvloeistof te controleren, te inspecteren op lekkages of beschadigingen en indien nodig eventueel verder te testen met een monteur.
- Pak de oorzaak aan door de vloeistof bij te vullen, indien nodig defecte onderdelen te vervangen of eventuele schade te repareren.