1. Primaire koelventilator:
- De primaire koelventilator is doorgaans de enige ventilator die onder normale rijomstandigheden werkt. Het wordt ingeschakeld wanneer de motor een vooraf bepaalde temperatuur bereikt, meestal rond de 200-220 graden Fahrenheit (93-104 graden Celsius).
- De primaire ventilator helpt de gewenste motortemperatuur te handhaven door lucht door de radiateur en over de motoronderdelen te zuigen, waardoor de warmte in de atmosfeer wordt afgevoerd.
2. Secundaire koelventilator (indien aanwezig):
- Sommige voertuigen hebben een secundaire koelventilator die indien nodig extra koelondersteuning biedt. Het treedt meestal op bij een hogere temperatuur, vaak rond de 225-235 graden Fahrenheit (107-113 graden Celsius).
- De secundaire ventilator werkt naast de primaire ventilator wanneer de motor te maken krijgt met extreme temperaturen, zoals tijdens druk verkeer, warm weer of zware rijomstandigheden.
Door een systeem met dubbele ventilatoren kunnen voertuigen een optimale motorkoeling bereiken terwijl het brandstofverbruik behouden blijft. De primaire ventilator zorgt voor de meeste reguliere koelbehoeften, terwijl de secundaire ventilator alleen in werking treedt als er extra koeling nodig is. Deze opstelling zorgt ervoor dat de motor op de ideale bedrijfstemperatuur draait, waardoor oververhitting en mogelijke schade wordt voorkomen.
Opmerking: De exacte ventilatorwerking en temperatuurdrempels kunnen variëren tussen verschillende voertuigmodellen en fabrikanten. Het is altijd het beste om de gebruikershandleiding van uw specifieke voertuig te raadplegen voor nauwkeurige informatie.