2. Zoek de olieaftapplug. Het is meestal een bout van 17 mm aan de onderkant van de oliecarter.
3. Plaats een olieopvangbak onder de olieaftapplug.
4. Verwijder de olieaftapplug. Laat de olie volledig weglopen.
5. Vervang de olieaftapplug. Draai de olieaftapplug vast totdat deze goed vastzit.
6. Zoek het oliefilter. Het is meestal een cilindervormig onderdeel dat zich bovenaan de motor bevindt.
7. Verwijder het oliefilter. Gebruik een oliefiltersleutel om het oliefilter los te maken. Zorg ervoor dat u geen olie morst.
8. Breng een dunne laag nieuwe olie aan op de pakking van het nieuwe oliefilter.
9. Schroef het nieuwe oliefilter erop. Draai het oliefilter met de hand vast totdat het goed aansluit. Draai het oliefilter niet te vast.
10. Voeg nieuwe olie toe aan de motor. Gebruik de peilstok om het oliepeil te controleren. Voeg indien nodig olie toe totdat het oliepeil de markering "Vol" op de peilstok bereikt.
11. Start de motor en laat deze een paar minuten draaien.
12. Controleer op lekkages. Kijk onder het voertuig op eventuele lekkages. Als u lekkages opmerkt, draai dan de olieaftapplug of het oliefilter vast totdat de lekkage stopt.
