- Doorgebrande zekering :Als de zekering die de airconditioning voedt, is doorgebrand, krijgt de airconditioner geen stroom. Controleer de zekeringenkast in de motorruimte van uw Kia en vervang indien nodig de doorgebrande zekering.
- Defect relais :Het airconditioningrelais is verantwoordelijk voor het in- en uitschakelen van de airconditioningcompressor. Als het relais defect is, krijgt de compressor geen stroom en werkt de airconditioner niet. Om het AC-relais op een Kia te controleren, verwijdert u het relais en schudt u ermee. Als u binnenin iets hoort rammelen, betekent dit dat het relais kapot is.
- Defecte drukschakelaar :De drukschakelaar is verantwoordelijk voor het meten van de druk van het koelmiddel in het airconditioningsysteem. Als de druk te laag is, gaat de schakelaar open en werkt de airconditioner niet. Om de drukschakelaar te testen, koppelt u de elektrische connector los van de schakelaar en verbindt u de aansluitingen met een stuk draad. Als de airconditioner begint te werken, betekent dit dat de drukschakelaar defect is en moet worden vervangen.
- Defecte compressor :Als de compressor van de airconditioning defect is, kan deze het koelmiddel niet comprimeren en zal de airconditioning niet werken. Om de compressor te testen, verwijdert u de kronkelige riem van de motor en probeert u de compressorpoelie met de hand te draaien. Als de poelie niet draait, is de compressor vastgelopen en moet deze worden vervangen.
- Laag koelmiddel :Als er niet voldoende koelmiddel in het airconditioningsysteem zit, zal de airconditioner niet goed werken. U kunt het koelmiddelpeil controleren met behulp van een koelmiddeldrukmeter. Als de druk te laag is, voeg dan de benodigde hoeveelheid koelmiddel toe.