De richtingaanwijzerschakelaar is verantwoordelijk voor het regelen van de elektriciteitsstroom naar de richtingaanwijzers, achterlichten en remlichten. Als de richtingaanwijzerschakelaar defect is, kan dit ervoor zorgen dat de richtingaanwijzer van de achterpassagier niet werkt, terwijl de andere lichten en signalen wel goed kunnen functioneren.
Hier zijn enkele dingen die u kunt controleren:
1. Controleer de richtingaanwijzerlamp: Zorg ervoor dat de richtingaanwijzerlamp van de achterpassagier niet is doorgebrand. Als dit het geval is, vervangt u de lamp en kijkt u of dit het probleem oplost.
2. Controleer de richtingaanwijzeraansluiting: Zorg ervoor dat de richtingaanwijzeraansluiting niet beschadigd of gecorrodeerd is. Als dit het geval is, maakt u de socket schoon en kijkt u of dit het probleem oplost.
3. Controleer de richtingaanwijzerschakelaar: De richtingaanwijzerschakelaar bevindt zich op de stuurkolom. Verwijder de stuurwielafdekking en zoek de schakelaar. Controleer op eventuele schade of corrosie. Als de schakelaar beschadigd is, vervang deze dan.
Als u een van deze controles niet zelf wilt uitvoeren, kunt u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen.