- Controleer het niveau van de transmissievloeistof en voeg indien nodig bij.
- Lage vloeistofniveaus kunnen ervoor zorgen dat de transmissie slipt en niet goed schakelt.
2. Slechte transmissiesolenoïden:
- Elektromagneten in de transmissie bepalen wanneer en hoe de versnellingen moeten worden geschakeld.
- Defecte elektromagneten kunnen tot schakelproblemen leiden.
3. Versleten koppelingspakketten:
- Koppelingspakketten oefenen druk uit om te schakelen.
- Versleten koppelingspakketten kunnen leiden tot slippen van de transmissie en schakelproblemen.
4. Defecte transmissieregelmodule (TCM):
- Bedieningselementen verschuiven.
- Een defecte TCM kan leiden tot onregelmatig schakelen of helemaal niet schakelen.
5. Problemen met snelheidssensoren:
- Bewaak de snelheid van voertuigen en verstrek gegevens aan PCM en TCM om dienovereenkomstig te schakelen.
- Defecte snelheidssensorgegevens kunnen de transmissiebesturingslogica verwarren, waardoor schakelfouten ontstaan.
6. Versleten tandwielconstructie:
- Fysieke schade.
- Schakelprobleem als deze kapot of ernstig versleten is. Controleer en repareer dienovereenkomstig.