- Parasitaire drain: Zorg ervoor dat er geen stroomlekken optreden als de auto uitgeschakeld is. Koppel de negatieve pool 's nachts los en sluit deze' s morgens opnieuw aan. Als er een daling is van meer dan 50-100 mV, kan er sprake zijn van een parasitaire afvoer; controleer op abnormale belasting van de accu.
- Defecte dynamo: Hoewel de dynamo prima test, laadt deze mogelijk niet consistent op. Test het vermogen van de dynamo tijdens het opstarten, stationair en bij hoge toerentallen.
- Batterijcapaciteit: Batterijen gaan na verloop van tijd achteruit. Controleer de werkelijke capaciteit van de batterij in vergelijking met de oorspronkelijke capaciteit. Overweeg om deze te vervangen als deze minder dan 70-80% van de nominale capaciteit heeft.
- Probleem met aarde/bedrading: Zorg ervoor dat alle aardverbindingen en bedrading schoon, corrosievrij en strak zijn. Een slechte aardverbinding kan ervoor zorgen dat de batterij leegloopt.
- Defecte diode in de dynamo: Als de diodes defect zijn, kan de accu blijven ontladen als de motor niet draait.
- Elektronika aan boord: Controleer of er binnenverlichting of modules van stroom blijven voorzien, zelfs nadat u de auto hebt uitgeschakeld. Defecte elektronica kan stroom uit de batterij halen.