1. Batterij bijna leeg:controleer of de batterij bijna leeg is. Dit kunt u doen door met een multimeter de spanning over de accupolen te meten. Een volledig opgeladen accu moet een spanning van ongeveer 12,6 volt hebben. Als de spanning aanzienlijk lager is, moet uw batterij mogelijk worden vervangen.
2. Defecte dynamo:De dynamo is verantwoordelijk voor het opladen van de accu terwijl de auto rijdt. Als de dynamo defect is, kan deze mogelijk niet voldoende lading aan de accu leveren, waardoor het acculampje gaat branden. U kunt de dynamo controleren door de uitgangsspanning op de accupolen te meten terwijl de motor draait. Het zou rond de 14 volt moeten zijn.
3. Defecte spanningsregelaar:De spanningsregelaar regelt de hoeveelheid lading die aan de accu wordt geleverd. Als de spanningsregelaar defect is, kan het acculampje gaan branden.
4. Beschadigde bedrading of aansluitingen:Controleer op beschadigde bedrading of losse verbindingen tussen de accu, de dynamo en de spanningsregelaar. Eventuele losse of beschadigde verbindingen kunnen ertoe leiden dat het acculampje gaat branden.
Als u de exacte oorzaak van het branden van het acculampje niet kunt achterhalen, kunt u de auto het beste laten nakijken door een gekwalificeerde monteur.