1. Lege of zwakke batterij:
- Controleer de accupolen op corrosie of losse verbindingen.
- Gebruik een multimeter om de accuspanning te testen. Als de motor uitstaat, moet deze ongeveer 12,6 volt zijn.
2. Defecte startmotor:
- Luister of u een klikkend geluid hoort wanneer u de sleutel omdraait. Als u een klik hoort, werkt de startmotor mogelijk wel, maar draait de motor niet.
- Controleer de aansluitingen en bedrading van de startmotor.
3. Defecte contactschakelaar:
- Draai de sleutel een paar keer heen en weer om te kijken of de motor aanslaat.
- Als dit niet het geval is, is de contactschakelaar mogelijk defect en wordt er geen stroom naar de startmotor gestuurd.
4. Brandstofproblemen:
- Controleer het brandstofpeil in de tank.
- Controleer of de brandstofpomp goed werkt door te luisteren naar een zoemend geluid wanneer de sleutel naar de stand "Aan" wordt gedraaid.
5. Defecte bougies of bobines:
- Controleer de bougies op slijtage of beschadiging en vervang deze indien nodig.
- Test de bobines met een multimeter om er zeker van te zijn dat ze stroom leveren.
6. Beschadigde distributieriem of ketting:
- Als de distributieriem of -ketting gebroken of beschadigd is, kan de motor niet ronddraaien.
- Controleer de distributieriem/ketting en vervang deze indien nodig.
7. Mechanische problemen met de motor:
- Als geen van de bovenstaande oplossingen het probleem oplost, kan er een onderliggend mechanisch probleem met de motor zijn.
- Raadpleeg een monteur voor verdere diagnose.