1. Koelvloeistofreservoir :Het systeem begint met een koelvloeistofreservoir, dat een mengsel van water en antivries bevat (meestal een 50/50 mengsel). Dit reservoir fungeert als reserve voor koelvloeistof en biedt ook een plek waar eventueel overtollig koelmiddel kan uitzetten wanneer het systeem wordt verwarmd.
2. Waterpomp :De waterpomp is een mechanisch onderdeel dat wordt aangedreven door de motor. Zijn functie is om de koelvloeistof door het systeem te laten circuleren. Hij zuigt koelvloeistof uit het reservoir of de radiateur en perst deze onder druk door het motorblok en de cilinderkop.
3. Motorblok en cilinderkop :Terwijl de koelvloeistof door de motor stroomt, absorbeert het de warmte van het interne verbrandingsproces van de motor. Het motorblok en de cilinderkop zijn de belangrijkste warmtebronnen, waar de verbranding van brandstof plaatsvindt.
4. Thermostaat :De thermostaat speelt een cruciale rol bij het reguleren van de koelvloeistofstroom. Het fungeert als een temperatuurgecontroleerde klep die opent en sluit op basis van de koelvloeistoftemperatuur. Wanneer de motor koud is, blijft de thermostaat gesloten, waardoor wordt voorkomen dat er koelvloeistof door de radiateur circuleert. Terwijl de motor opwarmt en de bedrijfstemperatuur bereikt, gaat de thermostaat open, waardoor koelvloeistof in de radiateur kan stromen.
5. Radiator :De radiator is een warmtewisselaar die de warmte van de koelvloeistof afvoert. Het bestaat uit een reeks buizen waaraan metalen vinnen zijn bevestigd. Terwijl het hete koelmiddel door de buizen stroomt, vergemakkelijken de vinnen de overdracht van warmte naar de omringende lucht. De radiator bevindt zich doorgaans aan de voorkant van het voertuig, waar hij de luchtstroom ontvangt van de beweging van het voertuig of van een ventilator.
6. Koelvloeistofretour :Zodra de koelvloeistof door de radiateur is gepasseerd en is afgekoeld, keert deze terug naar de motor. Het komt de waterpomp binnen, die het vervolgens opnieuw door het motorblok en de cilinderkop laat circuleren om meer warmte te absorberen.
7. Overlooptank :De overlooptank is aangesloten op de radiator en fungeert als veiligheidsmaatregel om te voorkomen dat het systeem overvol raakt. Als de koelvloeistof door overmatige hitte uitzet, stroomt de overtollige vloeistof in de overlooptank. Wanneer de koelvloeistof afkoelt, wordt deze terug in de radiateur gezogen.
8. Radiateurdop :De radiateurdop sluit de radiateur af en houdt het systeem onder druk. Deze verhoogde druk verhoogt het kookpunt van de koelvloeistof, waardoor wordt voorkomen dat deze bij lagere temperaturen gaat koken.
Door koelvloeistof te laten circuleren en warmte door de radiator af te voeren, zorgt het autoradiatorsysteem ervoor dat de motor op de optimale temperatuur werkt, waardoor oververhitting en mogelijke motorschade wordt voorkomen.