Hoe ver achter een ander voertuig moet u blijven tijdens het rijden?

De aanbevolen volgafstand bedraagt ​​drie tot vier seconden bij het rijden onder goede omstandigheden, zoals droog wegdek en zonder regen. Om deze afstand te bepalen:

1. Kies een vast voorwerp aan de kant van de weg vóór het voertuig voor u, zoals een bord of een boom.

2. Wanneer de achterkant van het voertuig voor u het object passeert, begint u met het tellen van de seconden.

3. Drie tot vier seconden later zou je hetzelfde object moeten bereiken.

Bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen of sneeuw, vergroot u de volgende afstand tot vier tot vijf seconden. Op wegen met meerdere rijstroken in elke richting vergroot u de volgafstand naar vijf tot zes seconden. Deze grotere volgafstand geeft u meer tijd om te reageren en te stoppen als het voertuig voor u langzamer gaat rijden of plotseling stopt.