1. Controleer de remlichtlampen :
- Open de kofferbak en zoek de remlichtunit.
- Verwijder de schroeven of bevestigingen waarmee de remlichtlens op zijn plaats zit.
- Inspecteer de remlichtlampen op beschadigingen of verkleuring.
- Vervang defecte lampen door nieuwe lampen van het juiste wattage en type.
2. Controleer de remlichtschakelaar :
- De remlichtschakelaar bevindt zich doorgaans vlakbij het rempedaal.
- Maak de elektrische connector los van de remlichtschakelaar.
- Gebruik een multimeter om de schakelaar op continuïteit te testen.
- Als de schakelaar defect is, vervang deze dan door een nieuwe.
3. Controleer de bedrading en zekeringen :
- Inspecteer de bedrading rond het remlichtsamenstel en de remlichtschakelaar op schade of corrosie.
- Controleer de zekeringenkast op een doorgebrande zekering van de remlichten.
- Als er zekeringen zijn doorgebrand, vervang deze dan door nieuwe zekeringen met de juiste stroomsterkte.
4. Contacten opschonen :
- Reinig de contacten van de remlichtschakelaar en de elektrische connectoren met elektrische contactreiniger.
- Zorg ervoor dat de aansluitingen stevig vastzitten en vrij zijn van corrosie.
5. Remlichtfunctie testen :
- Test na het uitvoeren van bovenstaande stappen de remlichten om te zien of ze goed werken.
- Trap het rempedaal in en kijk of beide remlichten gaan branden.
6. Zoek professionele hulp :
- Als u zich niet op uw gemak voelt bij het uitvoeren van deze stappen of als de remlichten na het oplossen van problemen nog steeds niet werken, is het raadzaam om hulp te zoeken bij een gekwalificeerde monteur of een auto-elektriciteitsspecialist.