Bereid je voor. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond. Zet de motor uit en laat hem afkoelen. Zet de versnellingspook in de parkeerstand. Schakel de parkeerrem in.
Zoek de batterij. Open de motorkap. De accu bevindt zich in de motorruimte, meestal aan de passagierszijde van het voertuig.
Ontkoppel de negatieve pool. Gebruik de sleutel om de moer los te maken en te verwijderen waarmee de negatieve accupoolkabel aan de accu is bevestigd. Wees voorzichtig als u deze terminal eerst loskoppelt.
Ontkoppel de positieve pool. Draai de moer los en verwijder deze waarmee de positieve accupoolkabel aan de accu is bevestigd. Verwijder de kabel van de batterij.
Verwijder de batterijhouder. Gebruik de sleutel om de bout waarmee de accuhouder is bevestigd los te draaien en te verwijderen. Til de beugel van de batterij.
Til de batterij eruit. Til de batterij voorzichtig uit het compartiment. Zorg ervoor dat u geen accuzuur morst.
Nadat de batterij is verwijderd, kunt u deze vervangen door een nieuwe. Zorg ervoor dat u eerst de positieve pool aansluit en daarna de negatieve pool. Vervang de accuhouder en de bout. Sluit de motorkap.