Wanneer de temperatuur buiten een auto laag is, kan de lucht minder goed vocht vasthouden. Omgekeerd, wanneer de temperatuur in de auto warmer is, kan deze meer vocht vasthouden. Als er een aanzienlijk verschil is tussen de temperatuur in de auto en de buitentemperatuur, kan de warme, vochtige lucht in de auto condenseren op de koelere oppervlakken, zoals de ramen. Deze condensatie vormt een dun laagje mist aan de binnenkant van de ruiten, waardoor het zicht wordt belemmerd.